Welke camera en lenzen?
Compact camera
Als je een compactcamera gebruikt, kies dan voor een camera die ook op het RAW-formaat kan schieten. Bij belichtingsproblemen zijn RAW-opnamen achteraf vaak nog heel goed te corrigeren.
Het is ook van belang dat de camera niet alleen op automaat kan schieten, diafragma voorkeuze, tijd voorkeuze en handmatige instellingen bieden vaak betere resultaten. Ook de mogelijkheid om belichtingscompensatie in te kunnen stellen is in vele gevallen erg handig.
Om de dieren te kunnen fotograferen is een megazoom camera erg handig, het probleem is echter vaak de reactietijd van deze camera’s, je bent veelal net te laat.
Systeemcamera of spiegelreflex camera met diverse objectieven
Wil je geen zware lenzen en camera maar desondanks toch wisselen van objectief, dan is een systeemcamera met een aantal objectieven een ideaal alternatief. Deze biedt de mogelijkheden van een spiegelreflexcamera in een klein en lichtgewicht jasje! De kwaliteit van deze camera’s is prima! Met deze camera’s kun je ook altijd in het RAW-formaat fotograferen en er is inmiddels een groot aanbod van objectieven. Zelf fotografeer ik inmiddels (nu 2022) zeven jaar met een Fujifilm systeemcamera met diverse lenzen en dat bevalt me heel goed.
Een systeemcamera of spiegelreflex camera met meerdere objectieven biedt heel veel mogelijkheden. Je kunt altijd in het RAW-formaat fotograferen en er is een enorm aanbod van objectieven. Ik ben zelf in de gelukkige omstandigheid dat ik twee camarabody’s heb. Op de een had ik in Australië een 100-400 mm zoomlens zitten, op de ander een 17-40 mm groothoek. De laatste zat op een camerabody met fullframe sensor, dus geen verlengingsfactor, 17 mm was ook daadwerkelijk 17 mm. Vrijwel alle dierenfoto’s zijn met de 100-400 mm gemaakt en vrijwel alle landschappen en diverse onderwerpen met de 17-40 mm of de 24-105 mm.
Neem echter niet teveel mee, je moet het ook mee zeulen. Een statief is in vele gevallen wel erg handig, zeker als je camera en / of objectieven geen stabilisatie kennen of als je foto’s met lange sluitertijden wilt maken, denk bijvoorbeeld aan de sterrenhemel.
Wat neem je bijvoorbeeld mee:
- Camerabody, heb je twee body’s, neem ze dan beide mee
- Groothoek zoom objectief, op een fullframe body is een 17-40 mm, 25-70 mm of 24-105 mm objectief ideaal, op een body met APS-C sensor is een 10-24 mm objectief ideaal
- Telezoom objectief, bijvoorbeeld een 100-400 mm of een 70-200 mm met extender
- Macro-objectief als je van het fotograferen van bloemetjes en kleine beestjes houdt, ik heb mijn 100 mm macro-objectief met stabilisatie (geen statief nodig gehad) veel gebruikt
- Statief
- Filters
Maak de overweging wat je echt nodig denkt te hebben, ik heb het 24-105 mm objectief veel gebruikt evenals de 17-40 mm en de 100-400 mm. Inmiddels heb ik andere lenzen maar feitelijk komen die op hetzelfde neer.
Voor de wandelingen die we gemaakt hebben, heb ik elke keer één body met een of twee objectieven meegenomen.
Wat je meeneemt is ook afhankelijk van je manier van reizen, wij reisden met een camper en dan is het een stuk gemakkelijker om liever teveel dan te weinig mee te nemen omdat ik de tas feitelijk alleen op de heen- en terugreis mee moest zeulen en gelukkig hebben ze op alle vliegvelden van die handige kleine karretjes 🙂
Ga je backpacken dan is een body met een of twee objectieven het maximum, zelf zou ik vanwege de kwaliteit voor twee objectieven kiezen, de beeldkwaliteit van bijv. een 18-200 mm objectief vind ik persoonlijk niet meevallen. Je kunt dan beter een groothoek zoom en een telezoom objectief hebben, bijv. een 18-55 mm en een 70-300 mm in combinatie met een systeemcamera. De kwaliteit van de foto’s is zeker zo goed als die van een spiegelreflex camera.