Adelaide – Quorn
Dag 1
Even over zevenen vertrokken we met een volle bus uit Adelaide, 22 personen, de meesten gingen naar Alice Springs, een paar anderen en ik gingen vanaf Coober Pedy met een andere groep de rest van de tour doen. Onze chauffeur was een stekelhoofd met de naam Leith die ook doorging naar Alice Springs, aardige gozer wel maar meer chauffeur dan gids vond ik.
We zijn door de mooie maar dorre Clare Valley gereden, dit is met de Barossa Valley het beroemdste wijngebied van Aussi. In Clare hadden we een uur om boodschappen voor onze lunch te doen en om wat rond te kijken. Daarna zijn we nog in het kleine plaatsje Melrose gestopt vlakbij de Flinders Ranges.
In de middag hebben we een wandeling van een dik uur naar de Aligator Gorge gemaakt, heel erg mooi maar midden op de dag, wel erg heet! De gorge was prachtig maar niet veel anders dan de vele gorges die ik vorige zomer gezien heb, klinkt misschien raar maar het went op een gegeven moment! Die waren spectaculairder maar deze was ook prachtig vooral de rit er naartoe door het laaggebergte met heel veel van de prachtige karakteristieke gums en veel prachtige planten vooral veel grasstrees of blackboys, aparte planten zoals je er hier zoveel hebt.
In het plaatsje Quorn zaten we in een wel erg oud hostel, beetje een bende en nogal krappe kamers maar goed we hadden een dak boven ons hoofd en dit was maar voor één nacht! Maar ik was blij dat ik in m’n eigen slaapzak kon kruipen, het beddengoed was niet echt aantrekkelijk!!
’s Avonds zijn we gaan eten bij het Austrel Hotel, dat is zo’n typisch Aussi hotel annex kroeg! Eerst wat gedronken met Maria, Dorothy en Thomas, alle drie uit Duitsnd, althans Maria was een Griekse die in Duitsland woont en werkt. Thomas sprak weinig Engels en wilde het liefste alleen Duits spreken! Ik heb me overigens aldoor afgevraagd hoe die het uithield in een zwarte broek en trui met lange mouwen! Zij gingen allemaal door naar Alice Springs, daar kon hij met die kleding helemaal z’n lol op!
Maar het was heel gezellig, heerlijke “giant burger the lot” gegeten en ’s avonds later nog een tijdje met een paar Japanners die wonderwel redelijk Engels spraken zitten praten.
Quorn – Coober Pedy
Dag 2
Om halfacht zijn we weer vertrokken voor de lange rit naar Coober Pedy waar het grootste deel van de groep inclusief gids Leigh doorging naar Alice Springs, de Engelse Debbie en ik gingen met een andere groep mee die de rest van onze geboekte tour deed, hun tour was in Alice Springs begonnen.
Mijn plek in de vreselijk oude bus was nou niet direct de meest gelukkige, rechts achterin waar geen raam open kon, geen beenruimte en geen airco, aan het einde van de dag was ik lichtelijk geroosterd, het werd nl. al warmer.
We zijn eerst over de Pichi Richi Pass naar Port Augusta gereden, dat was echt een prachtige route door de zuidelijke Flinders Ranges, mooi laaggebergte met erg veel van de karakteristieke gums. In Port Augusta zijn we even kort gestopt maar vrij snel daarna hadden we weer een stop bij de Arid Lands Botanic Gardens, botanische tuinen met alle soorten planten die hier in de woestijnen voorkomen, erg mooi maar de stop was te kort om goed te kunnen kijken.
Vervolgens zijn we naar Woomera gereden, een oude raketbasis en tegenwoordig bekend om het asielzoekerscentrum daar, nog buiten het plaatsje en beter bewaakt dan de luchthaven van Sydney! Het ligt middenin de woestijn, echt een onmogelijke plek maar het schrikt wel af dat is een ding wat zeker is, het andere centrum is bij Port Hedland, ook zo’n heerlijke plek.
We waren dus inmiddels in de woestijn aangeland die overigens best nog gevarieerd is, hier weer heel anders dan in het westen, hier zie je ook erg veel zoutmeren. Het is rotsachtig en rood, wel indrukwekkend.
Na de lunch in een roadhouse in Pimba en een stop bij het roadhouse Glendambo zijn we naar Coober Pedy gereden, een lange rit. Een halfuur bij Coober Pedy vandaan kregen we een klapband! Weer eens wat anders en dus was het wiel wisselen in de hitte en dat ging ook niet helemaal makkelijk met die oude bus, alles leek wel krom zoals krik en zo. Iedereen die langs rijdt stopt om te vragen of alles okee is, dat is de wet van de woestijn!
Zodoende kwamen we laat in Coober Pedy aan en hadden we de mijntour gemist, voor Debbie en mij niet erg want wij kregen ‘m de volgende dag weer, voor de anderen erg jammer wat het was onwijs leuk. Maar goed we overnachtten in een hostel onder de grond, in een oude opaalmijn, heerlijke temperatuur zomer en winter 25 graden. Als je bedenkt dat in de zomers de temperaturen tot zo’n 56 graden oplopen en het in de nachten in de winters kan vriezen is het ideaal om onder de grond te wonen wat de meesten dan ook doen.
’s Avonds hebben we met de groep pizza gegeten en zijn even naar de bar in het ondergrondse hotel geweest, erg leuk.
Coober Pedy – William Creek
Dag 3
’s Morgens de nieuwe groep ontmoet en Chris de gids en chauffeur, leuke enthousiaste gozer. In eerste instantie zouden we met 19 mensen zijn maar 6 besloten andere tours te gaan doen zodat we met 13 overbleven en dat was lekker ruim in de bus.
Coober Pedy is echt speciaal, je vindt het machtig of je haat het, een tussenweg is er niet! Ik vind het te gek! Het is een wetlooze plek, althans die wordt er standaard niet nageleefd! Er wonen allemaal mensen die dus naar opalen zoeken en ze veelal ook vinden, er wonen 42 nationaliteiten, nu nog 41 want de Eskimo is recentelijk overleden! Het is wel een hechte gemeenschap, ze doen alles samen, zetten ook alles samen op.
We hebben eerst een tourtje met de bus door het plaatsje gehad, Chris had gids Sandy gecharterd en dat is dus een dame die net zo hard en grof is als al die kerels maar dat is ook geen wonder, ze heeft zelf ook iets van twintig jaar naar opalen gezocht en is daar ook geboren en getogen. Maar haar verhalen waren echt onwijs! We hebben ook de ondergrondse kerk bekeken, echt heel apart. Later zijn we naar het opaalmijn museum gegaan dat uiteraard ook onder de grond is. Daar hebben we eerst een film gezien, daarna heeft Sandy laten zien hoe de ruwe opalen bewerkt worden en we hebben een rondleiding gehad door een ondergronds huis en een mijn, hartstikke leuk!
Daarna hadden we een aantal uren vrij, lekker wat rondgelopen, koffie gedronken, geluncht en kalmaan de boel ingepakt.
Om drie uur zijn we vertrokken naar William Creek, een rit van 160 km door de woestijn die deels erg vlak is met veel stenen, later weer heuvelachtig ook met zandduinen, het is nooit vervelend.
In William Creek zijn we naar de meest onwijze pub geweest die ik ooit gezien heb! Het plaatsje bestaat dus uit die pub annex hotel annex winkel, een camping en nog twee huizen en dat is het! Ze komen hier met een vliegtuigje een biertje halen! Ze zijn echt helemaal maf, er staat een parkeermeter bij de kroeg en allemaal andere gevonden c.q. gejatte troep, je weet echt niet wat je ziet! Maar vooral in die kroeg dus, die hangt vol met visitekaartjes, beschreven t-shirts, onderbroeken, bh’s je kunt het zo gek niet noemen of het hangt er echt onwijs! Het is moeilijk te beschrijven je moet het gewoon zien! Hier hebben we een uurtje met z’n allen aangezeten.
Daarna hebben we het kamp opgezet en gegeten en ’s avonds van de prachtige sterrenhemel genoten, je ziet hier zoveel sterren en sterrenstelsels, onder andere de Melkweg, zo mooi!
William Creek – Anchorichina
Dag 4
Om een uur of acht zijn we vertrokken voor een redelijk lange rit. De eerste korte stop was bij Coward Springs waar we wat rondgelopen hebben en je een duik een in poel kom nemen maar de tijd was daar wel erg kort voor. Langs de route kwamen we ook erg veel restanten van de oude Ghan spoorweg tegen, wat moet dat een klus geweest zijn in die tijd in dit land met die hoge temperaturen!
Het is wel verbazingwekkend hoeveel variatie er in het woestijnlandschap zit, dan weer vlak met veel stenen vervolgens weer zandduinen en er groeit ook veel meer dan je verwacht, het is heel indrukwekkend om er doorheen te trekken.We zijn ook een stukje langs Lake Eyre gereden, het grootste zoutmeer ter wereld.
Lunch hadden we in Marree, weer een van die onmogelijke Australische plaatsjes, er wonen tachtig mensen en dat is het dus maar het is zo geinig om te zien!
Later hebben we een bezoek aan Talc Alf gebracht, wat een figuur! Hij maakt de mooiste dingen van speksteen maar is een heel apart figuur, jawel geboren in Nederland als Cornelius Johan Alferink! Hij houdt er hele maffe theorieën op na en vertelt daar ook van alles over en vooral Australië moet een republiek worden. Het was echt een gedenkwaardig bezoek, machtig!
Daarna kwamen we vrij snel aan de voet van de Flinders Ranges aan de noordkant en zijn door de machtige Parachilna Gorge naar Anchorichina gereden. Het is hier echt bergachtig, heel apart en niet te vergelijken met de bergen in Europa, het is oud en afgesleten maar heel indrukwekkend. Hier sliepen we weer in een hostel, een oud ziekenhuis wat nog wel te zien was.
’s Avonds heerlijk vlees van de barbecue gehad en heel gezellig aangezeten.
Anchorichina – Wilpena
Dag 5
In de morgen konden we het heel rustig aan doen, wat wandelen, dagboek schrijven en dergelijke, heerlijk! Debbie en ik hebben een uur gewandeld langs een kreek waar vrijwel geen water instaat maar we liepen tussen de bergen met veel gums, prachtige vogels, prachtige planten gewoon heel mooi en zo stil, echt machtig. We hebben ook nog slangensporen gezien, geen slang gelukkig!
Om een uur of elf zijn we vertrokken voor de korte rit naar Wilpena Pound, een machtige rit door de bergen, heel dor ook maar zo mooi, we hebben heel veel emoes en kangoeroes gezien, dat is altijd leuk! Dus veel fotostops gemaakt!
Rond de middag waren we op de prachtige camping bij Wilpena Pound, dit is een soort basin in de bergen maar in dat voormalige basin groeien veel planten en bomen, het is echt prachtig in een verder dorre omgeving. In feite is het een hele oude vulkaankrater waar nu vrij veel water instaat. We konden zelf wandelingen gaan doen, een deel van de groep is een berg opgegaan om daar een uitzicht over het enorme basin te hebben, klimmen in die hitte viel niet mee hoorde ik! Zelf had ik dat al verwacht dus ben ik met een paar anderen een andere wandeling gaan doen in Wilpena Pound en dat was echt geweldig, veel poelen, gums, prachtige bloemen en planten en kangoeroes! Hartstikke mooie wandeling van totaal een zeven kilometer, best de moeite dus.
’s Avonds was iedereen afgepeigerd dus op tijd naar bed want we moesten weer vroeg op.
Wilpena – Adelaide
Dag 6
We zijn om halfzes opgestaan, hebben ingepakt en opgeruimd en zijn daarna weer vertrokken. De rit was erg mooi, vooral het eerste deel door de zuidelijke Flinders Ranges, later kwamen we weer in het vlakke deel terecht.
We zijn bij een ruïne van Kanyaka homestead gestopt, dat was wel even leuk. Later een koffiestop in Quorn waar we dus al geweest waren. Na de lunch zijn we in Clare wezen wijn proeven, was wel leuk alhoewel ik de meeste wijnen die we konden proeven niet te drinken vond! Dat wil niet zeggen dat Australische wijn niet lekker is, ze hebben hier echt heerlijke wijnen. Thuis drink ik ook meestal Australische rode wijn.
Verder was het voornamelijk een rijdag, iedereen was moe en dus zaten de meesten het grootste deel van de tijd te slapen! We waren om een uur of vijf in Adelaide.
We zijn ’s avonds met de groep uit eten geweest, we hebben echt een hele gezellige avond gehad en voor slechts 10,50 dollar (7 euro of zo) heerlijk gegeten! Om een uur of halfeen ben ik naar de hostel teruggegaan, heel schattig gebracht door Matt, een 19 jaar oude jongen, heel lief maar als er wat gebeurd zou zijn was ik waarschijnlijk beter in staat om me te verdedigen dan hij :-)))))